Rabarber doet me altijd denken aan mijn vriendinnetje van vroeger; Chantal.
Zij hadden een grote moestuin achter het huis en als het 'rabarbertijd' was kreeg ik van haar moeder regelmatig een grote bos rabarber mee naar huis. Ik durfde niet te zeggen dat ik het helemaal niet lekker vond ;-)
De tijden zijn veranderd.
Als ik nu rabarber in de winkel of op de markt zie liggen krijg ik zin om er iets mee te maken.
Rabarber hoort net zo bij de lente als asperges!
Toch zijn rabarber en ik nog geen dikke vrienden.
Ik hou van die prachtige rode kleur maar als ik het ga verwerken blijft daar weinig van over.
Bovendien vind ik het jammer dat de rabarber alleen lekker wordt met een enorme berg suiker erbij.
Ik blijf het proberen dus waarschijnlijk verschijnen hier de komende tijd nog meer recepten met rabarber.
Om te beginnen dit recept met gember en kaneel.
Ingrediënten
750 g rabarber, schoon en in stukken van 2 cm
4 el water
100 g rietsuiker
het sap van 1 sinaasappel
1 tl gemberpoeder
voor de crumble
100 g zachte boter + een beetje extra om in te vetten
200 g bloem
100 g lichte basterdsuiker
1 tl kaneel
6 el crème fraîche
Bereiden
Verwarm de oven voor op 180 graden Celcius.
Maak de rabarber schoon.
Snij de bladresten en de onderste harde stukken van de stelen af.
Was de stelen en snij ze daarna in stukjes van 2 - 3 centimeter.
Je hoeft de rabarber niet te schillen. Als je dit toch doet verdwijnt de mooie rode kleur!
Doe de rabarber in een ovenschaal.
Besprenkel met water en doe de suiker, het sinaasappelsap en het gemberpoeder erbij.
Zet de ovenschaal 20 minuten in de voorverwarmde oven.
Vet ondertussen 6 kleine ovenschaaltjes in met boter.
Om het kruimeldeeg te maken wrijf je de boter door de suiker en de bloem.
Roer de kaneel erdoor en blijf roeren tot je mooie kruimels hebt.
Vul de ovenschaaltjes met de rabarber (tot ruim een cm onder de rand)
Strooi er de kruimels over en bak de crumbles 35-40 minuten, of tot de crumble goudbruin is en de rabarbervulling borrelt.
Laat op een rooster iets afkoelen en serveer met crème fraîche.
Eet smakelijk!
Rabarber is een groente maar lijkt door de toepassing in toetjes en compotes meer op fruit.
In Nederland wordt rabarber sinds begin vorige eeuw geteeld, vooral in Limburg en Zuid-Holland.
In Engeland wordt rabarber veel gegeten in diverse gerechten, van soepen tot desserts.
Ze hebben zelfs een aparte rabarberdag!
Rabarber heeft zijn zure smaak te danken oxaalzuur.
Om het lekker te maken moet er veel suiker aan de groente worden toegevoegd.
Sommige mensen voegen ter neutralisatie van het oxaalzuur wat kalk aan de rabarber toe, waardoor het een zachtere smaak krijgt; volgens anderen gaat dit juist ten koste van de smaak.
Oxaalzuur is een stof die kalk bindt waardoor het de opname belemmert, in grote hoeveelheden is het zelfs giftig maar dan moet je wel heel veel (zo'n 10 kilo) eten.
Als ik weer rabarber koop let ik goed op dat ik de soort Frambozen Rood koop.
Deze soort is iets minder zuur van smaak. Hier hoef je dus minder suiker aan toe te voegen.
Bovendien kookt deze soort wel mooi rood!
(De andere rabarbersoort heet Goliath, deze is groenkokend en behoeft bovendien meer suiker voor een goede smaak).